Graf Franz von Pocci (1807-1876) was dichter, dramaturg, illustrator, muzikant, componist, auteur en poppenspeler.
Hij schreef zo'n 40 poppenspelen voor het Münchener Marionettentheater, o.a. in 1868 Die Zaubergeige
In 1935 werd van het stuk ook een opera gemaakt, gecomponeerd door Werner Egk.
In 1936 maakte Bert Brugman De Toverviool voor handpoppen. Hiermee trad hij vele jaren op voor zowel kinderen als volwassenen.
Zelf hebben wij het nooit gezien en hebben in alle vrijheid een nieuwe eigen versie van het stuk gemaakt.
De magie van muziek speelt een grote rol in het verhaal.
Het verhaal
Boer Ole is erg ontevreden over zijn knecht Luie Wammes, die hem meer kost dan dat hij hem opbrengt.
Als hij weer in slaap valt en Grietje de koe voor hem wil melken, ontslaat de boer Wammes.
Grietje, die verliefd op Wammes is, is erg verdrietig en geeft hem een krentenbol, een appel en een muntstuk mee voor onderweg.
In de bergen ontmoet hij een oud bedelend vrouwtje. In zijn goedheid geeft Wammes haar zijn al deze bezittingen.
Dan verandert zij plotseling in een bergfee en mag Wammes drie wensen doen. Hij krijgt een viool, kan daar zomaar op spelen en later zal
hij ook Grietje trouwen.
Opgetogen probeert hij zijn viool uit en het blijkt dat hij mensen kan laten dansen, lachen, huilen, slapen of geven.
Maar als hij de baby laat slapen blijken de bakkersjongens ook in slaap te vallen en als zijn huilmuziekje klinkt, huilt het publiek in de circustent.
Kortom, er gaat steeds van alles mis, de viool is de baas over de muziek.
Als hij in de herberg wil bijkomen van alle boze mensen ziet hij wat Klazien, de waardin, in haar schild voert.
Zij bedwelmt haar gasten met slaapdrank om ze zo te kunnen beroven.
Wammes doet net of hij slaapt, maar betrapt haar als ze zijn viool wil stelen.
Als hij zijn geefmuziekje speelt vliegen alle schatten, die ze in de kelder heeft verstopt, vanzelf naar Wammes.
In het bos verstopt hij de schatten, zodat de politie ze later kan ophalen,
maar Klazien heeft echter gezien dat ze in een holle boom liggen.
Wammes komt tot zijn vreugde Grietje met de koe tegen,
en vraagt haar ten huwelijk.
Op het politiebureau hangt een poster met "Wammes gezocht"
waar de freule, de bakker, de boer en een vader aangifte doen.
Dan komt de soldaat met Wammes binnen. Ze willen hem opsluiten als Wammes tevergeefs op zijn viool probeert te spelen.
Op dat moment komt de clown binnen die op zijn trompet speelt waardoor Wammes ongemerkt kan vluchten.
Hij wordt achtervolgd in de storm op weg naar de bergfee.
Als Klazien uitgeput sleept met de door haar terug gestolen plunjezak, wordt ze meegenomen door de soldaat.
Wammes vindt de fee die uitlegt dat de toverkracht voorbij is, maar hij zelf viool kan leren spelen door goed te oefenen, net als iedereen.
En dan komt Grietje waarmee hij nu kan trouwen omdat hij niet meer lui is.
Speelduur ca. 55 min. Leeftijd ca. 4 tot 10 jaar.
Speeldata vindt u in de Agenda.